Iedereen die in dienst treedt bij een bank moet de eed afleggen. Wie de bankierseed heeft afgelegd, onderwerpt zich aan het tuchtrecht. Op dit moment zijn ongeveer 66.000 mensen werkzaam voor een Nederlandse bank en zij hebben de bankierseed afgelegd. Daarmee hebben zij zich verbonden integer en zorgvuldig hun werkzaamheden uit te voeren. En laten ze zich hierop beoordelen.
Sinds de invoering van de bankierseed op 1 april 2015 zijn er vele uitspraken gedaan in tuchtzaken; zij zijn hier terug te lezen.
Hieronder staat de tekst van de wettelijk verplichte bankierseed.
Ik zweer/beloof binnen de grenzen van mijn functie die ik op enig moment in de bancaire sector vervul:
Zo waarlijk helpe mij god Almachtig! / Dat verklaar en beloof ik!
Op [datum], werd te [plaats] ten overstaan van [naam persoon ten overstaan van wie de eed of belofte is afgelegd], en in tegenwoordigheid van [naam andere vertegenwoordiger van de onderneming of branche of beroepsorganisatie] de eed /belofte volgens bovenvermeld formulier afgelegd.
Tevens bevestigt [naam betrokkene] zich te houden aan de gedragsregels en de handhaving van de gedragsregels en de uitoefening van de bevoegdheden op grond van het Tuchtreglement bancaire sector te erkennen;
Betrokkene
[handtekening betrokkene]
Aan de bankierseed is een gedragscode verbonden waar beëdigde bankmedewerkers zich aan moeten houden.