De Tuchtcommissie Banken heeft een tijdelijk beroepsverbod opgelegd voor een bijzonder ernstige overtreding van de bankierseed. Een medewerkster van een bank ondertekende een formulier zelf met de handtekening van een klant. Omdat er echter ook verzachtende omstandigheden waren, is de duur van het beroepsverbod gematigd tot twee weken.
De Tuchtcommissie Banken heeft tien hypotheekadviseurs van een bank een beroepsverbod opgelegd variërend van twee tot zes weken. Zij overtraden de bankierseed door de handtekening van een of meer klanten te kopiëren. De tuchtcommissie verwijt de medewerkers een “bijzonder ernstige schending” van de gedragsregels en stelt ook vast dat de bank moet zorgen voor een werkproces “waardoor medewerkers zich niet aangezet voelen om normen te overschrijden”.
Een bankmedewerker heeft van de Tuchtcommissie een beroepsverbod gekregen wegens een ernstige schending van de bankierseed. Twee andere bankmedewerkers kregen een berisping om een andere overtreding. In deze zaken is de Tuchtcommissie het met de aanklager eens dat de gedragsregels zijn overtreden, maar kiest hij voor een andere maatregel.
De Tuchtcommissie heeft terecht een klacht gegrond verklaard tegen een bankmedewerker die het belang van een cliënt niet centraal stelde. Dit oordeelt de Commissie van Beroep, de tuchtrechtelijke beroepsinstantie voor de bankensector. Zij concludeert dat er in dit geval, ondanks de ernst van het verwijt, onvoldoende reden is om een maatregel op te leggen.
Een bankmedewerker kreeg een beroepsverbod van zes maanden wegens het doorgeven van vertrouwelijke bankgegevens aan derden teneinde verduistering of diefstal mogelijk te maken. In een andere zaak kreeg een bankmedewerker een beroepsverbod wegens vervalsing van handtekeningen van een klant.