Internetgebruik voor privé-doeleinden door bankmedewerker; berisping Gepost op 19 december 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment Verweerder heeft vanaf zijn werkplek en met gebruikmaking van zijn werkcomputer veelvuldig gebruik gemaakt van het internet voor privédoeleinden. Hij heeft daarbij gebruik gemaakt van zoektermen die leiden naar pornografisch materiaal gezocht. Verweerder heeft verder onder meer veelvuldig aan voetbal gerelateerde websites bezocht. Namens de Algemeen Directeur is gesteld dat verweerder zijn werkgever door zijn handelen heeft benadeeld. Namens verweerder is in dit verband naar voren gebracht dat dit aspect geen onderdeel uitmaakte van de melding die de bank bij de Algemeen Directeur heeft ingediend. De Tuchtcommissie overweegt hierover, onder verwijzing naar het Tuchtreglement Bancaire Sector, dat de Algemeen Directeur naar aanleiding van een melding beslist of hij een klacht voorlegt aan de Tuchtcommissie. Hij is niet gebonden aan de inhoud van de voorgelegde melding. De Algemeen Directeur is daarnaast ook zelfstandig bevoegd een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie. Dit verweer slaagt daarom niet. Namens verweerder is verder aangevoerd dat de gedragingen niet onder het bancaire tuchtrecht vallen, omdat het in de kern om privégedragingen gaat, althans om een conflict in de arbeidsrechtelijke sfeer. De Tuchtcommissie verwerpt dit standpunt en wijst erop dat de computerfaciliteiten van de bank veelvuldig zijn gebruikt voor het zoeken naar ontoelaatbaar en mogelijk strafbaar materiaal. Dit kan zozeer negatief afstralen op de bank dat het afbreuk doet aan het vertrouwen dat klanten in de bank moeten kunnen stellen. Verweerder heeft de interne regels van de bank omtrent internetgebruik geschonden en niet integer gehandeld. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een berisping op. De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken. Download hier de volledige uitspraak: dossier 3862 Tuchtcommissie
Beroepsverbod van 18 maanden voor voormalig directievoorzitter Gepost op 31 oktober 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3618-TC. Tuchtcommissie, 31 oktober 2018 Verweerder was in dienst van de bank als directievoorzitter. Met verweerder is op 3 december 2005 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Deze vaststellingsovereenkomst hield een vertrekregeling in. Aan deze vaststellingsovereenkomst mocht verweerder geen uitvoering geven. Verweerder heeft voorzien in een alternatieve regeling voor zijn vertrek bij de bank. Ter uitvoering hiervan heeft verweerder onder meer een bedrag van € 1,5 miljoen doen overboeken naar een Stichting, waarvan hij enig bestuurder was. Verweerder zou zijn werkzaamheden voor de bank beëindigen door middel van een beëindigingsovereenkomst en zou een dienstverband krijgen bij de Stichting. Deze overeenkomsten zijn niet tot stand gekomen. Het bedrag van € 1,5 miljoen is door de Stichting teruggeboekt naar de bank. De tuchtcommissie stelt vast dat verweerder in samenspraak met de voorzitter van de Raad van Commissarissen stappen heeft gezet om een alternatieve invulling te geven aan de vaststellingsovereenkomst betreffende zijn vertrekregeling uit 2005. De tuchtcommissie is van oordeel dat de wijze waarop verweerder uitvoering heeft gegeven aan de alternatieve regeling voor zijn vertrek materieel relevante gelijkenis vertoont met de niet goedgekeurde vertrekregeling uit 2005. De tuchtcommissie concludeert dat verweerder niet zorgvuldig heeft gehandeld en onzorgvuldig is omgegaan met betrokken belangen, in die zin dat hij overwegend voorrang heeft gegeven aan zijn eigen belang boven het belang van de bank. Het handelen van verweerder draagt niet bij aan het vertrouwen van de samenleving in het bankwezen. Verweerder heeft het beeld gecreëerd van een bankmedewerker die – zonder daarover open te zijn – tracht zichzelf via een omweg alsnog de oorspronkelijke (riante) vertrekregeling te doen toekomen. De tuchtcommissie overweegt dat, anders dan de Algemeen Directeur heeft gesteld, niet is komen vast te staan dat verweerder wet- en regelgeving heeft geschonden. In de persoonlijke omstandigheden van verweerder ziet de tuchtcommissie aanleiding om de duur van het door de Algemeen Directeur voorgestelde beroepsverbod (24 maanden) enigszins te matigen. De tuchtcommissie acht een beroepsverbod voor de duur van 18 maanden passend. De naam van verweerder wordt bij onherroepelijk worden van de beslissing opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken. Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak dossier 3618
Kopiëren handtekening klant: beroepsverbod Gepost op 17 oktober 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3754. Verweerder heeft een formulier ‘Opdracht tot waardeoverdracht’ ondertekend met een handtekening, die de handtekening van een klant voorstelt. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werken bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De klacht van de Algemeen Directeur acht de Tuchtcommissie dan ook gegrond. Het kopiëren van een handtekening van een klant is naar het oordeel van de Tuchtcommissie in alle gevallen een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. De Tuchtcommissie acht in beginsel een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend. Vanwege verzachtende omstandigheden (het niet goed functionerende werkproces, het gebrek aan collegialiteit van de andere afdeling bij het oplossen van fouten en het gevoel van verweerster dat zij regelmatig gemaakte fouten binnen de organisatie niet kon aankaarten bij haar leidinggevende) ziet de Tuchtcommissie aanleiding om aan verweerster een beroepsverbod voor de duur van twee weken op te leggen. De naam van de verweerder wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken. Download hier de volledige uitspraak: Dossier 3754 uitspraak Tuchtcommissie
Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker VI Gepost op 17 augustus 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3807. Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan. Verweerder heeft twee hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend. Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekeningen van de klanten op de oorspronkelijke slotverklaringen gekopieerd op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaringen bij de hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen. Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 4 weken opgelegd. De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is. Download hier de volledige uitspraak: Dossier 3807 uitspraak Tuchtcommissie
Nabootsen van handtekeningen van klanten door bankmedewerker Gepost op 17 augustus 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3806. Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan. Verweerder heeft twee hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend. Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekeningen van de klanten nagebootst op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten na te bootsen onder de slotverklaringen bij hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen. Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 4 weken opgelegd. De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is. Download hier de volledige uitspraak: Dossier 3806 uitspraak Tuchtcommissie
Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker V Gepost op 17 augustus 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3801. Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan. Verweerster heeft drie hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend. Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerster heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerster heeft de handtekeningen van de klanten op de oorspronkelijke slotverklaringen gekopieerd op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaringen bij de hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerster niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen. Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerster een beroepsverbod van 4 weken opgelegd. De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is. Download hier de volledige uitspraak: dossier 3801 uitspraak Tuchtcommissie
Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker IV Gepost op 17 augustus 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3798. Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan. Verweerder heeft acht hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend. Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekeningen van de klanten op de oorspronkelijke slotverklaringen gekopieerd op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaringen bij de hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen. Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 6 weken opgelegd. De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is. Download hier de volledige uitspraak: dossier 3798 uitspraak Tuchtcommissie
Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker III Gepost op 17 augustus 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3778. Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan. Verweerder heeft drie hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend. Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekeningen van de klanten die op de oorspronkelijke slotverklaringen waren geplaatst, gekopieerd op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaringen bij hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen. Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 4 weken opgelegd. De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is. Download hier de volledige uitspraak: dossier 3778 uitspraak Tuchtcommissie
Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker II Gepost op 17 augustus 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3774. Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan. Verweerder heeft een hypotheekadvies uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij dit advies behorende slotverklaring ondertekend. Dit hypotheekadvies diende volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbetering verwerkt in een hersteladvies. Dit advies diende, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaring bij dit hersteladvies te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekeningen van de klanten op de oorspronkelijke slotverklaring gekopieerd op de slotverklaring die hoorde bij het hersteladvies. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaring bij het hersteladvies. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen. Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich een ondertekend hersteladvies bevond met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 2 weken opgelegd. De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is. Download hier de volledige uitspraak: dossier 3774 uitspraak Tuchtcommissie
Kopiëren van handtekening van klant door bankmedewerker II Gepost op 17 augustus 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3746. Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan. Verweerster heeft een hypotheekadvies uitgebracht aan een klant van de bank. De klant heeft de bij dit advies behorende slotverklaring ondertekend. Dit hypotheekadvies diende volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerster heeft deze verbetering verwerkt in een hersteladvies. Dit advies diende, conform het geldende beleid van de bank, aan de klant te worden gezonden. De klant diende de slotverklaring bij dit hersteladvies te ondertekenen en terug te sturen. Verweerster heeft de handtekening van de klant die op de oorspronkelijke slotverklaring was geplaatst, gekopieerd op de slotverklaring die hoorde bij het hersteladvies. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door de handtekening van de klant te kopiëren onder de slotverklaring bij het hersteladvies. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladvies niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerster niet de bedoeling heeft gehad de klant te benadelen. Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich een ondertekend hersteladvies bevond met een handtekening die niet door de klant was gezet en zonder dat de klant daarvan op de hoogte was. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt in dit verband een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerster een beroepsverbod van 2 weken opgelegd. De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is. Download hier de volledige uitspraak: dossier 3746 uitspraak Tuchtcommissie