Gedragingen onvoldoende ernstig om beëdigde een tuchtrechtelijk verwijt te maken Gepost op 26 augustus 2021 te 12:03.Geschreven door olavwagenaar TRB-2021-4622-HV Herzieningsbeslissing, 23 augustus 2021 Voortzetting van de sepotbeslissing van de Algemeen Directeur van 13 juli 2021. Melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter is het met de Algemeen Directeur eens dat er voldoende raakvlakken zijn met de functie van bankmedewerker om de gedragingen van beëdigde te toetsen. Er zijn evenwel onvoldoende aanwijzingen dat beëdigde de regels van de gemeente bewust (opzettelijk) onjuist heeft geïnterpreteerd om het aanvragen van een vergunning te negeren. Beëdigde heeft de situatie willen herstellen en niet op haar beloop gelaten. Dit betekent niet dat iedere bankmedewerker die zijn fouten herstelt altijd ‘ermee wegkomt’. Voor de beoordeling van de noodzaak van een tuchtrechtelijke procedure wordt de aard van de gedraging in aanmerking genomen. Bij minder ernstige en/of niet opzettelijke gedragingen kan een rol spelen dat de bankmedewerker inziet dat hij anders had moeten handelen en werk maakt van herstel. De voorzitter is het eens met de Algemeen Directeur dat de gedragingen onvoldoende ernstig zijn om beëdigde een tuchtrechtelijk verwijt te maken.
Herziening, regels voor de bank voor aanleveren informatie Gepost op 1 juli 2021 te 10:29.Geschreven door olavwagenaar TRB-2021-4572-AD Algemeen Directeur, 18 maart 2021 TRB-2021-4572-HV Tuchtcommissie (herzieningsbeslissing), 9 juni 2021 De bank heeft een melding ingediend, waarna de Algemeen Directeur onder meer klantgegevens bij de bank heeft opgevraagd. De bank heeft geweigerd deze klantgegevens te verstrekken. De Algemeen Directeur stelde zich op het standpunt dat de bank de gevraagde gegevens had moeten verstrekken. De Algemeen Directeur heeft de melding daarom afgewezen. De bank heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De Tuchtcommissie zet in de herzieningsbeslissing uiteen welke regels gelden voor de bank voor het aanleveren van informatie. De Tuchtcommissie verlangt dat alle stukken in niet-geanonimiseerde vorm worden gevoegd in het dossier. Dit waarborgt een behoorlijke procesgang en is in het belang van een effectieve verdedigingsmogelijkheid voor de persoon op wie het onderzoek ziet. De Tuchtcommissie wijst erop dat de Algemeen Directeur een eigen verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de juistheid en de volledigheid van zijn onderzoek. Daaraan kan niet worden voldaan als de Algemeen Directeur, door anonimisering of een andere vorm van verwijdering van gegevens, geen volledig inzicht heeft in de door de bank aangeleverde stukken. Een behoorlijke procesgang brengt mee dat de bank binnen een daartoe gestelde termijn zonder enige terughoudendheid de juiste en volledige informatie verstrekt. Voorkomen moet worden dat hierbij vertraging optreedt. De bank heeft de verantwoordelijkheid hieraan bij te dragen. De Tuchtcommissie oordeelt dat de tuchtrechtelijke procedure de grondslag biedt om persoonsgegevens te verwerken. De Tuchtcommissie verlangt daarom van de Algemeen Directeur en daarmee ook van de banken dat stukken volledig en niet-geanonimiseerd of gepseudonimiseerd worden aangeleverd. De verplichting informatie te verstrekken geldt alleen dan niet als het verstrekken daarvan in redelijkheid niet van de bank kan worden gevergd of wanneer de bank daardoor in strijd met wet- of regelgeving zou handelen. Het gaat hiermee om uitzonderingen. De bank moet terughoudend zijn met een beroep op een uitzonderingsgrond. In het geval hierop een beroep wordt gedaan, moet de bank dat motiveren. Het is vervolgens de Algemeen Directeur die beslist of de bank al dan niet terecht een beroep op een uitzonderingsgrond heeft gedaan. De Tuchtcommissie oordeelt dat het beroep van de bank op een uitzonderingsgrond in de onderhavige zaak niet opgaat. De AVG biedt in algemene zin geen beletsel gegevens te verstrekken aan de Algemeen Directeur. De bank had de klantgegevens daarom moeten verstrekken. De Tuchtcommissie wijst er verder op dat een erkenning van de bankmedewerker van de verweten feiten geen reden is om de gegevens niet te verstrekken. De Tuchtcommissie zou in een zaak als deze tot het oordeel zijn gekomen dat het herzieningsverzoek moet worden afgewezen. Omdat de bank echter aan een e-mail van de Algemeen Directeur de indruk kon ontlenen dat zij de gevraagde gegevens alsnog had mogen verstrekken, moet die gelegenheid alsnog worden geboden. De Tuchtcommissie wijst daarom het herzieningsverzoek toe en draagt de Algemeen Directeur op onderzoek te doen en een nieuwe beslissing te nemen.
Handelwijze met betrekking tot brief melder – geen tuchtrechtelijk verwijt Gepost op 11 april 2021 te 15:16.Geschreven door fatima TRB-2021-4526-HV Voorzitter van de Tuchtcommissie, 11 april 2021 Voortzetting van de sepotbeslissing van de Algemeen Directeur van 10 maart 2021. Melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. Wat melder aanvoert in zijn herzieningsverzoek is voor de voorzitter geen reden te twijfelen dat verweerder niet meer betrokken was bij de behandeling van het dossier van melder, dat hij de brief van 2 juni 2020 heeft doorgestuurd naar de behandelaar van het dossier en de brief van 19 juni 2020 niet heeft ontvangen. Dat geen reactie op de brief van melder is gekomen nadat beëdigde die naar de juiste persoon heeft doorgestuurd, kan beëdigde niet tuchtrechtelijk worden aangerekend. Evenmin kan beëdigde worden verweten dat hij aan melder geen stukken ter inzage heeft gegeven. De voorzitter is het eens met de Algemeen Directeur dat niet is gebleken dat beëdigde tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
Handelwijze met betrekking tot brieven melder – geen tuchtrechtelijk verwijt Gepost op 11 april 2021 te 14:40.Geschreven door fatima TRB-2021-4520-HV Voorzitter van de Tuchtcommissie, 11 april 2021 Voortzetting van de sepotbeslissing van de Algemeen Directeur van 10 maart 2021. Melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter oordeelt dat de verantwoordelijkheid om op brieven van melder te reageren volgens intern bankbeleid niet bij beëdigde lag. Hij kan daar dan ook niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor worden gehouden. Beëdigde heeft het nodige gedaan door de brieven aan de juiste afdeling te sturen. Voorts overweegt de voorzitter dat aan de melding een civielrechtelijk geschil ten grondslag ligt. Evenmin kan beëdigde worden verweten dat hij aan melder geen stukken ter inzage heeft gegeven. De voorzitter is het eens met de Algemeen Directeur dat niet is gebleken dat beëdigde tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
Onheuse bejegening kan niet worden vastgesteld – sepot Gepost op 23 februari 2021 te 16:44.Geschreven door fatima TRB-2021-4564-AD en TRB-2021-4564-HV Algemeen Directeur, 17 februari 2021 Voorzitter van de Tuchtcommissie, 23 februari 2021 De melding houdt in dat beëdigde melder in een e-mail onterecht van fraude zou hebben beschuldigd en dat beëdigde melder in een telefoongesprek onheus zou hebben bejegend. De Algemeen Directeur seponeert deze melding. Hij is namelijk van oordeel dat uit de e-mail geen beschuldiging van fraude blijkt. Verder kan de inhoud van het telefoongesprek niet worden vastgesteld, omdat beëdigde de onheuse bejegening heeft betwist en de inhoud van het telefoongesprek niet is vastgelegd. Nu de Algemeen Directeur dat niet kan vaststellen, kan niet worden geconcludeerd dat sprake is geweest van een onheuse bejegening door beëdigde. Melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft het herzieningsverzoek afgewezen en geoordeeld dat zij het eens is met de beslissing van de Algemeen Directeur.
Zakelijk geschil – herzieningsverzoek afgewezen Gepost op 23 februari 2021 te 14:55.Geschreven door fatima TRB-2021-4561-AD en TRB-2021-4561-HV Algemeen Directeur, 14 januari 2021 Voorzitter van de Tuchtcommissie, 23 februari 2021 De melding houdt in dat melder geen klacht bij de bank mag indienen, niet wordt teruggebeld en niet meer welkom is op het bankkantoor. De Algemeen Directeur doet geen nader onderzoek naar de melding omdat onvoldoende aannemelijk is dat de bankmedewerker een persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Het weigeren van de toegang tot het bankkantoor betreft een beslissing van de bank die niet door de Algemeen Directeur kan worden getoetst. De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. Melder stelt dat de bankmedewerker zich niet aan de gemaakte afspraken over het afwikkelen van een faillissement houdt. Het gaat daarmee om een zakelijk geschil tussen melder en de bank. De bankmedewerker heeft de adviseur van de melder over het standpunt van de bank geïnformeerd. De melder was daarom ook bekend met dit standpunt. De voorzitter ziet geen reden om tot herziening over te gaan.
Civielrechtelijk geschil – herzieningsverzoek afgewezen Gepost op 7 januari 2021 te 15:37.Geschreven door fatima TRB-2020-4553-AD Algemeen Directeur, 10 december 2020 TRB-2021-4553-HV Voorzitter van de Tuchtcommissie, 7 januari 2021 De melding houdt verband met een vordering van de bank uit hoofde van een hypothecaire lening, waarbij de woning van melder het onderpand vormt. De Algemeen Directeur doet geen nader onderzoek naar de melding omdat de melding in de kern ziet op een zakelijk geschil met de bank. Het is daarnaast onvoldoende aannemelijk dat de bankmedewerker zich persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gedragen. De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De melding gaat om een verschil van mening met de bank over financiële onderwerpen. Het gaat daarmee om een civielrechtelijke kwestie en het behoort niet tot de taak van de tuchtcommissie om deze geschilpunten te beoordelen. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is niet gebleken.
Gebruik vertrouwelijke informatie in procedure – herzieningsverzoek afgewezen Gepost op 30 oktober 2020 te 10:00.Geschreven door fatima TRB-2020-4493-AD; TRB-2020-4494-AD; TRB-2020-4496-AD; TRB-2020-4501-AD; TRB-2020-4503-AD; TRB-2020-4504-AD Algemeen Directeur, 25 augustus 2020 TRB-2020-4493-HV; TRB-2020-4494-HV; TRB-2020-4496-HV; TRB-2020-4501-HV; TRB-2020-4503-HV; TRB-2020-4504-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 30 oktober 2020 Volgens de melder hebben bankmedewerkers de geheimhouding van vertrouwelijke informatie geschonden. Zij zouden van die informatie hebben gebruikgemaakt in procedures die de melder heeft aangespannen. De Algemeen Directeur stelt geen onderzoek in naar aanleiding van deze melding, omdat hij geen tuchtrechtelijk beletsel ziet waarom het gebruik van deze informatie in die procedures ontoelaatbaar zou zijn. De stukken zijn daarbij uitsluitend in het kader van een civielrechtelijke procedure gebruikt en daarmee alleen tussen partijen en de rechter gewisseld. Dat is niet hetzelfde als ‘op straat’ komen liggen, zoals melder stelt. De melder heeft een herzieningsverzoek ingediend tegen deze beslissing. Volgens de melder hebben de bankmedewerkers hun taken niet naar behoren uitgevoerd door er niet op toe te zien dat een van de bankmedewerkers de bankierseed zou afleggen. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af omdat dit verzoek betrekking heeft op een andere gedraging. Dat de Algemeen Directeur daarop niet is ingegaan, kan daarom geen reden zijn de beslissing te herzien. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst erop dat een melder niet meerdere keren dezelfde melding kan doen.
Bankierseed niet afgelegd – herzieningsverzoek afgewezen Gepost op 24 september 2020 te 10:27.Geschreven door fatima TRB-2020-4482-AD Algemeen Directeur 29 juli 2020 TRB-2020-4482-HV Voorzitter van de Tuchtcommissie, 24 september 2020 De melding houdt in dat een medewerker vertrouwelijke informatie heeft gedeeld met derden. De Algemeen Directeur wijst de melding af omdat de medewerker geen bankierseed heeft afgelegd. Zijn gedragingen kunnen daarom niet aan het bancaire tuchtrecht worden getoetst. De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af, omdat de voorzitter van de Tuchtcommissie het eens is met de beslissing van de Algemeen Directeur. De voorzitter voegt daaraan toe dat toetsing van de gedragingen van de medewerker er niet toe zou hebben geleid dat het herzieningsverzoek zou worden toegewezen. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur van 29 juli 2020 4482 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissing van 24 september 2020 4482 herzieningsbeslissing
Raadplegen rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding-herzieningsverzoek afgewezen Gepost op 8 september 2020 te 10:44.Geschreven door fatima 8 september 2020 Herzieningsbeslissing TRB-2020-4443 Vervolg op beslissing AD 4443 Meldster heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter stelt vast dat de handelingen van beëdigde in strijd zijn met gedragsregels 1 en 4 en dat daarmee de bankierseed is geschonden. Desondanks wijst de voorzitter het herzieningsverzoek af. Deze beslissing steunt op het feit dat de raadplegingen lang geleden hebben plaatsgevonden, het geringe aantal raadplegingen en dat beëdigde al nadelige gevolgen heeft ondervonden. Een tuchtprocedure zou in deze geen doel meer dienen. Download hier de Herzieningsbeslissing 4443