Melding onvoldoende onderbouwd – melding terecht afgewezen Gepost op 29 oktober 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-4025-AD en TRB-2018-4025-HV. Herzieningsbeslissing De melder stelt dat de bankmedewerker een onjuiste mededeling heeft gedaan aan zijn rechtsbijstandsverlener. Daarnaast heeft de bankmedewerker onjuiste gegevens opgenomen in een brief. De Algemeen Directeur oordeelt dat de melding onvoldoende is onderbouwd en acht het daarom onvoldoende aannemelijk geworden dat de bankmedewerker de bankierseed zou hebben geschonden. De door de melder gestelde onjuiste vermelding in een brief is van dusdanig ondergeschikt belang dat dit onvoldoende ernstig is om een onderzoek daarnaar te rechtvaardigen. De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst erop dat de melding in de kern betrekking heeft op een geschil tussen hem en de bank, waarvoor het bancaire tuchtrecht niet het middel is om dit geschil te beslechten. Dat de bankmedewerker opzettelijk niet de waarheid zou hebben gesproken is niet zodanig onderbouwd dat dit een tuchtrechtelijk onderzoek rechtvaardigt. De voorzitter van de Tuchtcommissie laat de beslissing van de Algemeen Directeur in stand en wijst het herzieningsverzoek af. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: dossier TRB-2018-4025-AD. Download hier de herzieningsbeslissing: dossier TRB-2018-4025-HV.
Onvoldoende onderbouwde melding Gepost op 18 oktober 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-4256. Herzieningsbeslissing De melder stelt dat de bankmedewerker zich niet open en toetsbaar opstelt en zich niet houdt aan wet- en regelgeving. De Algemeen Directeur oordeelt dat de melding niet voorzien is van een onderbouwing en daardoor niet voldoet aan de eisen van 2.1.1 van het Tuchtreglement Bancaire Sector. Voorts heeft melder geen nieuwe feiten en omstandigheden aangedragen dan melder in eerdere soortgelijke meldingen heeft aangedragen. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat bankmedewerker een persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft de beslissing en de motivering van de Algemeen Directeur in stand gelaten en het herzieningsverzoek afgewezen. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 4256 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 4256 herzieningsbeslissing
Opmerking tijdens lopende procedure leidt niet tot een nieuw tuchtrechtelijk verwijt Gepost op 18 oktober 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-4254. Herzieningsbeslissing De beëdigde zou volgens melder op de vergadering van de Commissie van Beroep in de zaak met meldingsnummer 3593 hebben erkend dat hij de handleiding speciaal beheer bewust niet op de casus van melder heeft toegepast. Daarnaast zou hij belangenverstrengeling hebben erkend, en hebben erkend dat sprake was van een datalek. De Algemeen Directeur doet geen onderzoek aangezien hij van mening is dat opmerkingen die door beëdigden tijdens lopende procedures worden gemaakt, behoudens zeer uitzonderlijke omstandigheden, op zichzelf niet tot een nieuw tuchtrechtelijk verwijt kunnen leiden. De door melder genoemde omstandigheden leveren geen uitzonderlijke omstandigheid op. Melder heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen dan in eerdere melding(en) reeds is gedaan. De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft de beslissing en de motivering van de Algemeen Directeur in stand gelaten. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 4254 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 4254 herzieningsbeslissing
Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen Gepost op 18 oktober 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3957. Herzieningsbeslissing De bankmedewerker zou volgens melder haar zorgplicht niet zijn nagekomen. Zij heeft gedreigd, bedreigd en geïntimideerd. Zij zou niet integer en betrouwbaar zijn geweest waardoor de grondrechten in het geding zouden zijn gekomen. Zij heeft normen en waarden overschreden door bijvoorbeeld zich niet voor te stellen en doordat zij de correspondentie van een andere bankmedewerker overnam. Er is sprake van misleiding doordat zij vanuit een niet bestaand advocatenkantoor contact met melder onderhield. Verder zou de bankmedewerker zich niet houden aan de AVG door onrechtmatig (privé) informatie over melder in haar bezit te hebben. De Algemeen Directeur heeft beslist geen klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie Banken omdat niet is gebleken dat bankmedewerker melder op zodanige wijze heeft bejegend dat op dit punt aan haar een tuchtrechtelijk verwijt zou kunnen worden gemaakt. De Algemeen Directeur merkt op dat schendingen van de bankierseed moeten zien op voldoende ernstige gedragingen waardoor een bankmedewerker zo onzorgvuldig en/of onprofessioneel heeft gehandeld dat hij daarmee de Gedragsregels (voldoende ernstig) heeft geschonden. De bankmedewerker kan geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt gemaakt worden. Handelingen of dienstverlening van de bank als instelling zijn (expliciet) uitgesloten van de tuchtprocedure bij Stichting Tuchtrecht Banken. Tot slot bericht de Algemeen Directeur dat hij verder niet toetst aan de gedragsregels voor advocaten, de AVG of de grondwet. De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur gevraagd. De Voorzitter van de Tuchtcommissie is van oordeel dat de directeur op goede en begrijpelijke gronden heeft besloten om de melding niet nader te onderzoeken. Het herzieningsverzoek is daarom afgewezen. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 3957 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 3957 herzieningsbeslissing
Niet-ontvankelijk herzieningsverzoek Gepost op 16 oktober 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3935. Herzieningsbeslissing Melder heeft een melding ingediend over het optreden van bestuurders van een bank rond de beloning van een bankmedewerker. De Algemeen Directeur heeft een onderzoek ingesteld en nog niet beslist of naar aanleiding van de melding een klacht zal worden voorgelegd aan de Tuchtcommissie. Melder heeft een brief gezonden aan de voorzitter van de Tuchtcommissie, welke door de voorzitter van de Tuchtcommissie is opgevat als een herzieningsverzoek. Onder verwijzing naar art. 2.7.7 van het Tuchtreglement Bancaire Sector beslist de voorzitter van de Tuchtcommissie dat de melder slechts herziening kan vragen op een afwijzende beslissing van de Algemeen Directeur. Het verzoek tot herziening is daarom niet-ontvankelijk. Download hier de volledige herzieningsuitspraak: dossier 3935
Onjuiste adresgegevens, niet persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar Gepost op 5 oktober 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3966. Herzieningsbeslissing De melding houdt in dat de bankmedewerker de melder en diens partner zou aanzetten tot fraude en valsheid in geschrift door te vragen een document te tekenen waarin staat dat de partner op een ander adres heeft gewoond dan waar ze woonde. Daarnaast heeft de bank vertrouwelijk informatie naar dit adres gestuurd. De Algemeen Directeur is van oordeel dat niet is gebleken dat de bankmedewerker de melder en diens partner doelbewust heeft willen aanzetten tot fraude en valsheid in geschrift. De bankmedewerker heeft volgens de directeur slechts diverse oplossingen aangedragen om het adres van de partner in de administratie van de bank te wijzigen, waarbij zij excuses heeft aangeboden voor het ongemak. Wat betreft het versturen van de informatie naar het verkeerde adres blijkt volgens de directeur niet dat de bankmedewerker daar persoonlijk bij betrokken was. Niet is gebleken dat de bankmedewerker persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De Voorzitter van de Tuchtcommissie volgt het oordeel van de directeur en laat de beslissing in stand. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 3966 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 3966 herzieningsbeslissing
Afwijzen hypotheekaanvraag, civielrechtelijk Gepost op 5 oktober 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3955. Herzieningsbeslissing De melder stelt dat een hypotheekaanvraag voor de aankoop van een huis plotseling zonder toelichting is afgewezen door de bankmedewerker. De bankmedewerker zou de melder ten onrechte de schuld hebben gegeven van de afwijzing. De Algemeen Directeur is van oordeel dat de afwijzing van de hypotheekaanvraag een civielrechtelijke kwestie betreft, waarvoor het tuchtrecht niet de juiste weg is. Daarenboven heeft de bankmedewerker aangeboden een telefonische toelichting te geven over de afwijzing. De bankmedewerker heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De melder verzoekt vervolgens om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur. De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft de beslissing van de Algemeen Directeur in stand gelaten. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 3955 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 3955 herzieningsbeslissing
Vergoeding kosten advocaat, niet persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar Gepost op 11 september 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3948. Herzieningsbeslissing De melder stelt dat de bankmedewerker hem had moeten wijzen op de kosten van de ingeschakelde advocaat en direct tegen de advocaat had moeten vertellen dat alleen melder de opdrachtovereenkomst met de advocaat zou moeten tekenen, en niet melder en diens zoon. De Algemeen Directeur heeft besloten geen klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie. Er is niet gebleken dat de bankmedewerker een persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie onderschrijft de beslissing van de Algemeen Directeur en merkt op dat geen redenen zijn om aan te nemen dat de door de bankmedewerker geboden oplossingen niet zorgvuldig zouden zijn geweest. Het herzieningsverzoek wordt afgewezen. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 3948 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 3948 herzieningsbeslissing
Handelen bankmedewerker reeds onderdeel civielrechtelijke procedure Gepost op 11 september 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3897. Herzieningsbeslissing De melder stelt dat de bankmedewerker een deal met hem zou hebben gesloten om, in ruil voor het royement van een hypotheek, een winstuitkering van één van de bedrijven van de melder te ontvangen. De bank zou voorts hebben geholpen om waardezaken uit een faillissement te halen. De Algemeen Directeur oordeelt dat de gedragingen waar de melding op zien, vóór de datum van het afleggen van de bankierseed door de bankmedewerker hebben plaatsgevonden. De Algemeen Directeur legt daarom geen klacht voor aan de Tuchtcommissie. De melder verzoekt om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur. De voorzitter van de Tuchtcommissie laat in het midden of de gedragingen van de bankmedewerker onder het bancaire tuchtrecht vallen. De voorzitter van de Tuchtcommissie stelt vast dat de kwestie waarop de melding ziet, een geschil betreft tussen de melder en de bank, welk geschil door de melder aan de civiele rechter is voorgelegd. Omdat het handelen van de bankmedewerker al ter beoordeling ligt bij de burgerlijke rechter ziet de voorzitter van de Tuchtcommissie, onder verwijzing naar art. 2.2.4. Tuchtreglement Bancaire Sector, geen aanleiding om een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie. Het herzieningsverzoek wordt daarom afgewezen. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 3897 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 3897 herzieningsbeslissing
Valse informatie verstrekken bij procedure: bankierseed niet afgelegd Gepost op 11 september 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3890. Herzieningsbeslissing De bankmedewerker zou zich volgens de melder niet houden aan de regels voor belastingafdracht. De bankmedewerker zou, in een civiele procedure tussen de melder en de bank bij de civiele rechter, bewust valse informatie geven over de belastingafdracht. De Algemeen Directeur heeft besloten om geen klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie omdat de bankmedewerker niet werkzaam is voor een instelling die handelt op basis van een vergunning van De Nederlandse Bank en hij om die reden ook niet de bankierseed heeft afgelegd. Daardoor kan de Stichting Tuchtrecht Banken hem niet tuchtrechtelijk aanspreken. De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie handhaaft de beslissing van de Algemeen Directeur en merkt ten overvloede op dat de melding zich ook niet zou lenen voor behandeling door de tuchtcommissie, aangezien de zaak ter beoordeling aan een civiele rechter is voorgelegd. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 3890 beslissing AD Downliad hier de herzieningsbeslissing: Dossier 3890 herzieningsbeslissing