Belangenverstrengeling, verzwijgen bedrijfsactiviteiten, niet melden ontvangen giften Gepost op 18 december 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-3951. Verweerder heeft samen met een collega bij de bank bedrijven op naam van de echtgenote van verweerder en de echtgenote van zijn collega opgericht. Twee bedrijven op naam van verweerders echtgenote ontvingen bemiddelingskosten van een leverancier van de bank ter zake aan de bank geleverde pashouders en papieren tasjes, terwijl niet is gebleken welke diensten werden geleverd. De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder de plicht had om het bedrijf op naam van zijn echtgenote en de bedrijfsactiviteiten van dat bedrijf bij de bank te melden, nu die activiteiten (indirect) verband hielden met de bank. Deze plicht – die in de interne regels van de bank in het leven is geroepen om belangenverstrengeling te voorkomen – bestond reeds voordat verweerder de bankierseed had afgelegd en duurde daarna onverminderd voort. Daarnaast onderhield verweerder vanuit zijn positie bij de bank contacten met andere leveranciers. Verweerder ontving van deze leveranciers giften en verweerder bracht vanuit het bedrijf van zijn echtgenote onherleidbare bemiddelingskosten in rekening bij deze leveranciers. De Tuchtcommissie stelt vast dat verweerder vanuit zijn positie bij de bank verschillende contacten is aangegaan waarin persoonlijke verrijking, al dan niet ten koste van de bank, een rol speelde. Verweerder had bij de bank de ontvangst van diverse giften moeten melden, alsmede kenbaar moeten maken dat hij namens de bank via een tussenpersoon artikelen bij het bedrijf van zijn vrouw bestelde. Verweerder bevond zich op een cruciale positie binnen de bank om dit soort handelingen jarenlang en herhaaldelijk te kunnen verrichten. Hij ging daarbij geraffineerd te werk en benutte meerdere bedrijven en tussenschakels. De zaak is een voortzetting na een herzieningsverzoek door de melder (zie hier). De Tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod op voor de duur van achttien maanden. De naam van verweerder wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken. Download hier de volledige uitspraak: Beslissing TC 3951
Raadplegen en delen rekeninggegevens van overleden familielid Gepost op 27 november 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4290. Verweerder heeft zonder zakelijke aanleiding op verzoek van zijn neef de rekening- en klantgegevens van zijn overleden oom geraadpleegd. Vervolgens heeft verweerder die informatie met zijn neef gedeeld. De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder hiermee het vertrouwen van klanten, of in dit geval de nabestaanden, dat dergelijke informatie bij de bank in veilige handen is, heeft geschaad. Bij het bepalen van de maatregel heeft de Tuchtcommissie er rekening mee gehouden dat verweerder heeft getoond de laakbaarheid van zijn handelen in te zien en dat het raadplegen en delen van gegevens op één dag heeft plaatsgevonden bij één klant. De Tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod op voor de duur van één maand. De naam van verweerder wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken. Download hier de volledige uitspraak: Beslissing TC 4290
Delen klantgegevens met een privédetective Gepost op 6 november 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4299-TC. Verweerder heeft een privédetective inzage gegeven in (betaal)gegevens van tientallen klanten. In het bijzijn van deze privédetective heeft verweerder het banksysteem geraadpleegd. Hij heeft daarbij de privédetective de gelegenheid gegeven naar informatie te kijken die van belang kon zijn voor diens opdrachtgevers. De Tuchtcommissie is van oordeel dat door het handelen van verweerder het vertrouwen van klanten dat gevoelige informatie (zoals (betaal)gegevens) bij de bank in veilige handen is, in grove mate wordt geschaad. Er is sprake van een grove schending van de gedragsregels door verweerder. Een bankmedewerker moet zich ervan bewust zijn dat hij voorkomt dat gegevens van klanten in verkeerde handen komen en daar ook naar handelen. De Tuchtcommissie acht het handelen van verweerder volstrekt ontoelaatbaar en legt hem een beroepsverbod voor de duur van twee jaar op. De naam van verweerder wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken. Download hier de volledige uitspraak: Beslissing TC 4299
Fraude met facturen; beroepsverbod Gepost op 6 november 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4249. Verweerster heeft twee facturen (totaal ruim € 1.100) voor privékosten gedeclareerd bij de bank. Verweerster heeft daarnaast bij de bank vijf valse facturen ingediend (totaal ruim € 40.000) van een B.V. waarbij zij betrokken was. De vervolgens door de bank betaalde geldbedragen heeft zij grotendeels naar haar privérekening doorgeboekt. Dit handelen van verweerster is niet integer, schaadt het vertrouwen van de samenleving in het bankwezen en is in strijd met de wet. Mede vanwege de hoogte van het frauduleus verkregen bedrag en het aantal keren dat verweerster zich oneigenlijk geld heeft toegeëigend, acht de Tuchtcommissie een beroepsverbod van aanzienlijke duur op zijn plaats. De Tuchtcommissie legt aan verweerster een beroepsverbod van 18 maanden op. De naam van verweerster wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken. Download hier de volledige uitspraak: Beslissing TC 4249
Delen vertrouwelijke informatie door bankdirecteur; beroepsverbod Gepost op 6 november 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4296-TC. Tuchtcommissie, 6 november 2019 Verweerder, commercieel directeur bij de bank, heeft vertrouwelijke informatie van een klant gedeeld met een hem bekende derde. Deze informatie had betrekking op de spoed bij de verkoop van de woning van deze klant. Deze klant had namelijk een betalingsachterstand op de hypotheek. De Tuchtcommissie weegt zwaar mee dat verweerder een voorbeeldfunctie binnen de bank bekleedt. Het gaat om een ernstig verwijt omdat het vertrouwen van de klant en de samenleving in de bank is geschaad. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van zes weken op. Dat verweerder ook door de bank is bestraft leidt niet tot een lichtere maatregel. De naam van verweerder wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken. Download hier de volledige uitspraak: Beslissing TC 4296
Algemeen Directeur niet ontvankelijk in klacht over kledingdiefstal tijdens pauze Gepost op 6 november 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment 6 november 2019 Uitspraak Tuchtcommissie TRB-2019-3848-TC De Tuchtcommissie heeft de Algemeen Directeur niet-ontvankelijk verklaard in de klacht dat verweerster tijdens een pauze kledingstukken heeft gestolen. De Tuchtcommissie oordeelt dat het gaat om een gedraging die tijdens een pauze en buiten het gebouw van de bank plaatsvond. De gedraging valt daarom buiten de functie van verweerster als bankmedewerker. Er zijn onvoldoende raakvlakken met de functie van bankmedewerkster om de gedraging aan de bankierseed te kunnen toetsen. De Tuchtcommissie verklaart de Algemeen Directeur niet-ontvankelijk in de klacht. De Algemeen Directeur heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld bij de Commissie van Beroep. Download hier de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie. Download hier de uitspraak van de Commissie van Beroep.
Aanvragen bankrekeningen en creditcards voor zichzelf; beroepsverbod Gepost op 28 augustus 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4297-TC. Verweerder heeft voor zichzelf acht bankrekeningen geopend en 68 creditcards aangevraagd en verkregen. De opnamelimieten van deze creditcards heeft hij telkens opgevoerd tot de maximaal toegelaten limiet. Verweerder heeft deze kredieten besteed aan online gokken. Verweerder heeft het systeem van de bank gemanipuleerd door automatisch gegenereerde overeenkomsten te verwijderen. De financiële schade bedraagt ruim € 850.000. De Tuchtcommissie acht het handelen van verweerder niet integer en in strijd met de interne regels van de bank. Verweerder heeft zeer grensoverschrijdend gehandeld. Het handelen van verweerder ondermijnt het vertrouwen dat de samenleving in de bank moet kunnen hebben. De Tuchtcommissie houdt rekening met de schuldbewuste houding van verweerder, de stappen die hij heeft gezet om van zijn verslaving af te komen en de lange weg tot herstel die hij waarschijnlijk nog heeft te gaan. De Tuchtcommissie acht de klacht gegrond en legt aan verweerder een beroepsverbod op voor de duur van 30 maanden. De naam van verweerder wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken. Download hier de volledige uitspraak: Beslissing TC 4297
Geld opnemen van rekening van klant en vervalsen rekeningafschrift: klacht ongegrond Gepost op 28 augustus 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-3973. De Algemeen Directeur heeft een klacht met twee klachtonderdelen aan de Tuchtcommissie voorgelegd. De Tuchtcommissie acht beide klachtonderdelen ongegrond. De Tuchtcommissie acht onvoldoende aannemelijk geworden dat het verweerder is geweest die contante geldopnames van een rekening van een klant heeft gedaan. Dat het geld is opgenomen met gebruikmaking van de corporate key van verweerder is daarvoor onvoldoende. Verweerder heeft gesteld dat het wel gebeurde dat medewerkers met gebruikmaking van elkaars corporate key werkten. De Tuchtcommissie acht wel aannemelijk geworden dat verweerder een vervalst opnamebewijs heeft gestuurd aan Tuchtrecht Banken. Het arbeidsverband van verweerder bij de bank was op dat moment al beëindigd. Omdat de bankierseed is verbonden aan het arbeidsverband met de bank, is deze gedraging niet onderworpen aan het bancaire tuchtrecht. De Algemeen Directeur heeft beroep ingesteld bij de Commissie van Beroep tegen deze beslissing. Download hier de volledige uitspraak: TRB-2019-3973 geld opnemen van rekening klant en vervalsen rekeningafschrift Verwijzing naar de beroepsprocedure: https://tuchtrechtbanken-nl.ontw.stuurlui.dev/uitspraak/valse-stukken-inbrengen-tijdens-tuchtprocedure/
Kopiëren handtekeningen klanten: 2 beroepsverboden Gepost op 26 juni 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment Op 26 juni 2019 heeft de Tuchtcommissie uitspraak gedaan in 2 soortgelijke zaken, waarin – kort samengevat – verweerders handtekeningen van klanten hebben gekopieerd. Deze uitspraken maken onderdeel uit van een groter aantal zaken waarin hetzelfde was voorgevallen en waarin de Tuchtcommissie reeds eerder (op 17 augustus 2018, op 3 april 2019 en op 1 mei 2019) uitspraak heeft gedaan. Verweerders hebben handtekeningen van klanten onder herstelde hypotheekadviezen gekopieerd. De Tuchtcommissie acht de hierover ingediende klachten gegrond. Het kopiëren van één of meerdere handtekeningen van klanten kwalificeert als niet integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De Tuchtcommissie acht slechts een tijdelijk beroepsverbod een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere omstandigheden waaronder de gedragingen hebben plaatsgevonden, wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerders een beroepsverbod van kortere duur opgelegd. In beide zaken wordt aan verweerders een beroepsverbod van 4 weken opgelegd. De namen van de verweerders worden, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken. Download hier de volledige uitspraken: Beslissing TC 3728, Beslissing TC 3731
Valse brief in civiele procedure; beroepsverbod Gepost op 26 juni 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-3952. De Algemeen Directeur heeft een klacht bestaande uit twee klachtonderdelen aan de Tuchtcommissie voorgelegd. De Tuchtcommissie acht het eerste klachtonderdeel gegrond en het tweede klachtonderdeel ongegrond. Klachtonderdeel A Verweerder is (mede) verantwoordelijk voor het overleggen van een valse brief van de bank in een civiele procedure. In deze aan verweerder gerichte brief wordt in strijd met de waarheid gesteld dat een hypotheekgesprek met verweerder heeft plaatsgevonden en dat de situatie van verweerder het advies rechtvaardigt niet tot het aanvragen van een hypotheek over te gaan. Dit gesprek heeft nimmer plaatsgevonden. Dat de brief door de advocaat van verweerder of door zijn partner zou zijn opgesteld en overgelegd acht de Tuchtcommissie onaannemelijk. De Tuchtcommissie acht het voor eigen gewin (doen) indienen van een valse brief in een gerechtelijke procedure verre van integer. Verweerder heeft geen openheid willen betrachten over de vraag hoe de brief tot stand is gekomen en in het geding is gebracht en wie daarbij betrokken is geweest. Verweerder heeft daarmee in strijd gehandeld met gedragsregels 1 en 6. Klachtonderdeel B Verweerder wordt verweten dat hij zonder afstemming met een leidinggevende significant meer uren heeft gedeclareerd dan contractueel was toegestaan. De Tuchtcommissie kan uit de stukken niet zonder meer afleiden dat het verweerder contractueel niet was toegestaan gewerkte overuren te declareren. Ervan uitgaande dat het overwerk is verricht, resteert een verschil van inzicht tussen de bank en verweerder over de gemaakte afspraken over de verrichten werkzaamheden, de betaling daarvan en de uitleg van die afspraken. Dat verschil van inzicht is onvoldoende om een tuchtrechtelijk verwijt aan verweerder te rechtvaardigen. De Tuchtcommissie acht dit klachtonderdeel ongegrond. De maatregel De Tuchtcommissie legt aan verweerder (voor het eerste klachtonderdeel) een beroepsverbod op voor de duur van 6 maanden. De Tuchtcommissie wijst daarbij onder meer op de ernst van de gedraging van verweerder en de omstandigheid dat hij geen (voldoende) opening van zaken heeft gegeven. De naam van verweerder wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken. Download hier de beslissing: Beslissing TC 3952