Civielrechtelijk geschil – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2020-4553-AD 
Algemeen Directeur, 10 december 2020

TRB-2021-4553-HV
Voorzitter van de Tuchtcommissie, 7 januari 2021

De melding houdt verband met een vordering van de bank uit hoofde van een hypothecaire lening, waarbij de woning van melder het onderpand vormt. De Algemeen Directeur doet geen nader onderzoek naar de melding omdat de melding in de kern ziet op een zakelijk geschil met de bank. Het is daarnaast onvoldoende aannemelijk dat de bankmedewerker zich persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gedragen.

De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De melding gaat om een verschil van mening met de bank over financiële onderwerpen. Het gaat daarmee om een civielrechtelijke kwestie en het behoort niet tot de taak van de tuchtcommissie om deze geschilpunten te beoordelen. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is niet gebleken.

Geen vervalsing interne notitie BKR-codering

TRB-2020-4545-AD
Algemeen Directeur, 1 december 2020

De melding houdt in dat beëdigde een interne notitie van de bank over een BKR-codering zou hebben aangepast/vervalst ten behoeve van een kortgeding. De Algemeen Directeur volgt melder niet. Beëdigde was immers ten tijde van het kortgeding al uit dienst, waardoor hij de notitie niet kan hebben aangepast. Er kan hem dan ook in dit kader geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De Algemeen Directeur seponeert daarom de zaak.

Schijn van belangenverstrengeling: plannen om zakenpartners te worden met klant in bijzonder beheer

TRB-2020-4400-AD
Algemeen Directeur, 5 november 2020

Beëdigde heeft samen met een klant van de bank plannen gemaakt om een bedrijf te beginnen. Deze klant werd door beëdigde in het kader van bijzonder beheer begeleid. Beëdigde heeft daarmee op ontoelaatbare wijze persoonlijke en zakelijke belangen door elkaar laten lopen. Omdat tenminste een schijn van belangenverstrengeling zou kunnen ontstaan, had beëdigde afstemming met een leidinggevende moeten zoeken. De Algemeen Directeur heeft aan beëdigde een schikking voorgesteld in de vorm van een berisping. Hierbij heeft de Algemeen Directeur de nadelige gevolgen die beëdigde reeds van zijn handelen heeft ondervonden, meegewogen. De beëdigde heeft het schikkingsvoorstel geaccepteerd.

Gebruik vertrouwelijke informatie in procedure – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2020-4493-AD; TRB-2020-4494-AD; TRB-2020-4496-AD; TRB-2020-4501-AD; TRB-2020-4503-AD; TRB-2020-4504-AD
Algemeen Directeur, 25 augustus 2020

TRB-2020-4493-HV; TRB-2020-4494-HV; TRB-2020-4496-HV; TRB-2020-4501-HV; TRB-2020-4503-HV; TRB-2020-4504-HV
Voorzitter Tuchtcommissie, 30 oktober 2020

Volgens de melder hebben bankmedewerkers de geheimhouding van vertrouwelijke informatie geschonden. Zij zouden van die informatie hebben gebruikgemaakt in procedures die de melder heeft aangespannen. De Algemeen Directeur stelt geen onderzoek in naar aanleiding van deze melding, omdat hij geen tuchtrechtelijk beletsel ziet waarom het gebruik van deze informatie in die procedures ontoelaatbaar zou zijn. De stukken zijn daarbij uitsluitend in het kader van een civielrechtelijke procedure gebruikt en daarmee alleen tussen partijen en de rechter gewisseld. Dat is niet hetzelfde als ‘op straat’ komen liggen, zoals melder stelt.

De melder heeft een herzieningsverzoek ingediend tegen deze beslissing. Volgens de melder hebben de bankmedewerkers hun taken niet naar behoren uitgevoerd door er niet op toe te zien dat een van de bankmedewerkers de bankierseed zou afleggen.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af omdat dit verzoek betrekking heeft op een andere gedraging. Dat de Algemeen Directeur daarop niet is ingegaan, kan daarom geen reden zijn de beslissing te herzien. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst erop dat een melder niet meerdere keren dezelfde melding kan doen.

Geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt leidinggevende – sepot

TRB-2020-4473-AD-2
Algemeen Directeur, 25 september 2020

Vervolg op herzieningsbeslissing 14 mei 2020

De Algemeen Directeur is van oordeel dat melder (curator van een failliete onderneming) over een voorgenomen schikking tussen de bank en een debiteur van de failliet had moeten worden geïnformeerd, omdat melder daarbij een zwaarwegend (klant)belang had. Dit kan echter niet beëdigde worden aangerekend. Hij wist niet dat melder niet zou worden geïnformeerd. Van hem als leidinggevende kan verder niet worden verwacht dat hij specifiek erop had moeten toezien dat zijn ondergeschikte melder op voorhand zou informeren. Beëdigde kan dan ook geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De Algemeen Directeur seponeert de zaak.

 

Bankierseed niet afgelegd – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2020-4482-AD
Algemeen Directeur 29 juli 2020

TRB-2020-4482-HV
Voorzitter van de Tuchtcommissie, 24 september 2020

De melding houdt in dat een medewerker vertrouwelijke informatie heeft gedeeld met derden. De Algemeen Directeur wijst de melding af omdat de medewerker geen bankierseed heeft afgelegd. Zijn gedragingen kunnen daarom niet aan het bancaire tuchtrecht worden getoetst.

De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af, omdat de voorzitter van de Tuchtcommissie het eens is met de beslissing van de Algemeen Directeur. De voorzitter voegt daaraan toe dat toetsing van de gedragingen van de medewerker er niet toe zou hebben geleid dat het herzieningsverzoek zou worden toegewezen.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur van 29 juli 2020 4482 beslissing AD
Download hier de herzieningsbeslissing van 24 september 2020 4482 herzieningsbeslissing

Berisping voor het tekortschieten in informatieverstrekking over in rekening brengen advocaatkosten

TRB-2020-4455-AD
Algemeen Directeur, 10 september 2020 

Een klant van de bank dient een melding in omdat bij haar kosten van de bank in rekening waren gebracht, zonder dat zij daarover was geïnformeerd. De Algemeen Directeur heeft deze melding onderzocht. Uit dit onderzoek volgt dat het door de bank gemaakte advocaatkosten betroffen. Beëdigde heeft de klant van de bank niet expliciet over deze kosten en het in rekening brengen daarvan geïnformeerd. Het eerste moment dat de klant van de kosten op de hoogte raakte, was op het moment dat de kosten bij haar in rekening waren gebracht.

De Algemeen Directeur is van oordeel dat beëdigde de bankierseed heeft geschonden. Het in rekening brengen van (zeer forse) advocaatkosten raken de financiële positie van de klant. Daarmee is een zwaarwegend klantbelang in het geding. Bij het in rekening brengen van juridische kosten dient de klant daarom onder alle omstandigheden duidelijk te worden geïnformeerd. De Algemeen Directeur acht het onzorgvuldig dat beëdigde de klant niet expliciet heeft geïnformeerd en gewaarschuwd over deze kosten. Beëdigde heeft, door dit achterwege te laten, het klantbelang niet centraal gesteld.

De Algemeen Directeur heeft een schikking, bestaande uit berisping, aan beëdigde voorgesteld. Dit voorstel is door beëdigde geaccepteerd.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur 4455 beslissing AD

Gebruik vertrouwelijke stukken in civiele procedure – herzieningsverzoek afgewezen

6 september 2020
Herzieningsuitspraken
TRB-2020-4506

De melding houdt in dat een advocaat, werkzaam bij de bank, in een procedure bij de civiele rechter vertrouwelijke stukken heeft ingebracht. Volgens de melder heeft de bankmedewerker daardoor vertrouwelijke informatie niet geheimgehouden.

De Algemeen Directeur doet geen nader onderzoek naar de melding omdat de bank zich in een procedure bij de civiele rechter vrij moet kunnen verweren door het inbrengen van stukken. Het is vervolgens aan de civiele rechter om te bepalen of en zo ja welke bewijswaarde wordt toegekend aan de ingebrachte stukken. Uit de melding volgt verder niet dat de bankmedewerker zelf op een onzorgvuldige en/of onveilige manier met vertrouwelijke informatie is omgegaan.

De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter bespreekt de door de bankmedewerker in de civiele procedure ingebrachte stukken. Deze stukken zijn onderdeel van het geschil van de melder met de bank en mochten daarom worden ingebracht. De bankmedewerker heeft niet gehandeld in strijd met de gedragsregel dat zij vertrouwelijke informatie geheim moeten houden.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur van 30 juli 2020 4506 beslissing AD
Download hier de herzieningsbeslissing van 6 september 2020 4506 herzieningsbeslissing

Wijze van afwijzing kredietverstrekking bij onvoldoende bedrijfscontinuïteit – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2020-4517 en TRB-2020-4518

Melder heeft in het kader van een BMKB-C regeling een krediet aangevraagd. Deze aanvraag is afgewezen omdat er onvoldoende uitzicht is op bedrijfscontinuïteit. De bankmedewerkers hebben vervolgens onderzocht of er een (andere) mogelijkheid was voor kredietverstrekking aan de ondernemingen, waarbij de woning van melder als onderpand zou dienen. De melder meent dat dit in strijd zou zijn met de gedragsregels, omdat de bankmedewerkers melder er op die manier toe aanzetten haar woning in de waagschaal te stellen.

De Algemeen Directeur wijst de melding af. De bankmedewerkers hebben alle mogelijkheden voor kredietverstrekking grondig onderzocht, waarbij ook mogelijke zekerheden zijn betrokken. Daarmee hebben de bankmedewerkers geprobeerd tegemoet te komen aan de kredietaanvraag van melder. Er is niet gebleken dat de bankmedewerkers daarmee in strijd met het klantbelang hebben gehandeld, omdat slechts onderzocht werd óf het mogelijk was om aan melder een gepast krediet te kunnen aanbieden. Verder is onvoldoende komen vast te staan dat de bankmedewerkers bij de afwijzing van de kredietaanvraag een ongepaste toon zouden hebben aangeslagen.

De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af, omdat de voorzitter van de Tuchtcommissie het eens is met de beslissing van de Algemeen Directeur en de redenen die hij daarvoor in zijn beslissing geeft.

Stelen uit bedrijfsrestaurant

TRB-2020-4467
Algemeen Directeur, 21 april 2020

Beëdigde heeft meermalen in het bedrijfsrestaurant van de bank levensmiddelen niet afgerekend. De Algemeen Directeur acht dit gedrag blijk geven van een schokkend gebrek aan respect voor de eigendom van anderen. Dit gedrag vormt een grove schending van de bankierseed. De Algemeen Directeur heeft beëdigde een schikking in de vorm van een berisping voorgesteld. Hierbij heeft de Algemeen Directeur meegewogen dat het dienstverband van beëdigde als gevolg van de feiten tot een einde is gekomen en dat de kans dat hij nogmaals bij een bank werkzaam zal zijn beperkt is. Beëdigde heeft het schikkingsvoorstel geaccepteerd. De naam van beëdigde wordt opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.