Informeren over Geld Terug Service – herzieningsverzoek afgewezen Gepost op 18 april 2020 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2020-4440-AD Algemeen Directeur, 6 februari 2020 TRB-2020-4440-HV Voorzitter van de Tuchtcommissie, 18 april 2020 Volgens de melder heeft hij met zijn creditcard een concertkaartje gekocht dat vals zou zijn. De melder wil deze betaling annuleren. De bank heeft dit beroep op de ‘Geld Terug Service’ geweigerd. De bankmedewerker heeft een toelichting gegeven op deze beslissing. Volgens de melder zet de bankmedewerker hierbij aan tot het plegen van huisvredebreuk. De Algemeen Directeur doet geen nader onderzoek naar de melding. Het conflict tussen de melder en de bank over de ‘Geld Terug Service’ betreft een civielrechtelijk conflict. Het tuchtrecht is niet de geëigende weg is om dat conflict te beslechten. Uit de melding volgt verder niet dat de bankmedewerker een persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De bank beschrijft op welke manier de melder het geld kan terugvragen. Uit de informatie van de bank volgt niet dat de bank of de bankmedewerker de melder zou aanzetten tot huisvredebreuk. Het blijkt niet dat de bankmedewerker tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur van 6 februari 2020: 4440 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissing van 18 april 2020: 4440 herzieningsbeslissing
Leidinggevenden handtekeningendossier – 5 sepots Gepost op 3 maart 2020 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2020-3983/3986/3988/3993/4317. De Algemeen Directeur is ambtshalve een onderzoek gestart naar meerdere leidinggevenden in verband met mogelijke betrokkenheid bij het kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerkers. In de vijf hieronder gepubliceerde beslissingen seponeert de Algemeen Directeur deze zaken. De leidinggevenden vervulden functies waarbij zij verantwoordelijkheden droegen voor de bankmedewerkers die hypotheekadviezen gaven. Een groot aantal bankmedewerkers die (indirect) werkzaam waren onder leiding van deze leidinggevenden heeft handtekeningen van klanten gekopieerd. De Algemeen Directeur oordeelt in deze zaken dat niet aannemelijk is geworden dat deze leidinggevenden kennis droegen van het kopiëren van handtekeningen door bankmedewerkers en/of hun werkwijze klanten tweemaal te laten tekenen voor een hypotheekadvies. Daarom valt deze leidinggevenden daaromtrent geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. De leidinggevenden waren wel bekend met de problemen in het hypotheekadvies-proces en hadden ook een (formele) rol de door hen gesignaleerde problemen aan te pakken. Hoewel de leidinggevenden het kopiëren van handtekeningen niet hebben kunnen voorkomen en vragen kunnen worden gesteld of zij wel voldoende doortastend hebben gehandeld bij de aanpak van de bestaande problemen, is echter niet voldoende aannemelijk geworden dat zij op tuchtrechtelijk verwijtbare wijze in deze rol zijn tekortgeschoten. Omdat het ambtshalve onderzoeken van de Algemeen Directeur betreft, staat tegen deze beslissingen geen mogelijkheid van herziening open. De beslissingen zijn daarom definitief. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 3983 beslissing AD Dossier 3986 beslissing AD Dossier 3988 beslissing AD Dossier 3993 beslissing AD Dossier 4317 beslissing AD In drie soort gelijke zaken, kwam de Algemeen Directeur al eerder tot een sepot. Deze beslissingen zijn afzonderlijk gepubliceerd (dossiers: 3987 / 3989 / 3990).
Sepot – Verstrekken laptop Gepost op 25 februari 2020 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2020-4424-AD Algemeen Directeur, 25 februari 2020 De melding houdt in dat beëdigde verantwoordelijk zou zijn voor het verstrekken van een laptop met vertrouwelijke gegevens aan een derde. Ook zou beëdigde volgens de melder een onderzoek hiernaar hebben geweigerd. De Algemeen Directeur ziet onvoldoende aanleiding te veronderstellen dat beëdigde bij het verstrekken van de laptop en de afweging daaromtrent persoonlijk betrokken is geweest. Gelet hierop kan beëdigde in dit kader geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Verder is de stelling van melder dat beëdigde zou hebben geweigerd onderzoek in te stellen, niet juist. De Algemeen Directeur ziet geen aanleiding een klacht aan de Tuchtcommissie voor te leggen en seponeert de zaak. Download hier de beslissing: Beslissing AD 4424
Bank onderbouwt melding onvoldoende Gepost op 20 november 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4347 Beëdigde zou volgens de bank meermalen klanten onbevoegd hypotheekadvies hebben gegeven. De bank heeft haar melding enkel onderbouwd met stukken waarin zij zelf deze conclusies trekt. Om echter te kunnen beoordelen of beëdigde daadwerkelijk onbevoegd advies heeft gegeven, dient de Algemeen Directeur beschikking te hebben over alle (vastgelegde) communicatie tussen beëdigde en deze klanten. Alleen op grond van deze stukken kan de Algemeen Directeur (zelfstandig) een oordeel vormen over de vraag of beëdigde de verweten gedragingen heeft begaan en de bankierseed heeft geschonden. Deze stukken heeft de bank, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, niet verstrekt. Dit betekent dat de melding onvoldoende is onderbouwd. De Algemeen Directeur sluit dan ook de melding. Download hier de volledige beslissing: Beslissing AD 4347
Geen nader onderzoek naar melding Gepost op 24 oktober 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3965. Beslissing Algemeen Directeur De melder stelt dat de bankmedewerker de bankierseed heeft geschonden door geen inzage te geven in kredietdossiers en taxatierapporten en door geen gehoor te geven aan informatieverzoeken op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. De Algemeen Directeur oordeelt dat de melding betrekking heeft op het handelen van de bankmedewerker in het kader van een conflict tussen de melder en de bank. Deze kwestie is onderwerp van een civielrechtelijke procedure. Uit de melding volgt niet dat sprake is van individuele gedragingen die buiten het bestek van de civiele procedure zouden vallen. De Algemeen Directeur ziet geen aanleiding om de melding te onderzoeken. Download hier de volledige beslissing:Beslissing AD 3965
Door directievoorzitter verzonden onzorgvuldige brief Gepost op 8 oktober 2018 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3995, De Algemeen Directeur is een onderzoek gestart naar een directievoorzitter van de bank die een brief aan een klant had gestuurd. De klant had vernielingen aangericht bij de bank. Namens de bank is hiervan aangifte bij de politie gedaan. Aan de klant is verzocht om een andere bank te kiezen. In de brief staat dat de klant heeft verzocht om de tegen hem gedane aangifte in te trekken. In de brief staat voorts dat de bank niet ingaat op dit verzoek, maar dat een constructieve reactie op de inhoud van de brief daar mogelijk verandering in brengt. De Algemeen Directeur acht de inhoud van de brief blijk geven van een onzorgvuldige werkwijze. Allereerst kan de reactie op het verzoek van de klant (tot intrekking van de aangifte) worden getypeerd als het gebruikmaken van een onfatsoenlijk pressiemiddel om bij de klant medewerking te bewerkstelligen bij het verzoek van de bank aan de klant (om een andere bank te kiezen). Ten tweede wordt de klant tenminste onvolledig geïnformeerd, nu geen uitleg wordt gegeven over de vraag of het intrekken van de aangifte als zodanig wel mogelijk is. Dit klemt temeer omdat de klant twee weken na de verzending van de brief voor de rechter dient te verschijnen. De Algemeen Directeur oordeelt dat, mede omdat tijdens een norm-overdragend gesprek de directievoorzitter inzicht in zijn handelen heeft getoond, de zaak van onvoldoende ernst is om aan de Tuchtcommissie Banken voor te leggen. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 3995 beslissing AD
Gebruik banksystemen voor privédoeleinden – sepot Gepost op 13 april 2017 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2017-3644 Beëdigde heeft een rekening voor zijn partner geopend en heeft rekeningafschriften uitgedraaid die via de reguliere weg niet meer toegankelijk waren. Beëdigde heeft hierdoor zijn partner in een voordeliger positie gebracht, of in ieder geval die schijn gewekt. Een bankmedewerker dient deze schijn te vermijden en mag in geen geval vanuit zijn functie bij de bank een privérelatie in een voordeliger positie brengen. De bank heeft beëdigde voor zijn handelen berispt. Beëdigde heeft verklaard dat hij de ernst van zijn handelen inziet. De Algemeen Directeur seponeert, alles afwegend, de zaak.
Melding over civielrechtelijk geschil – herzieningsverzoek afgewezen Gepost op 29 januari 2016 te 11:32.Geschreven door fatima 29 januari 2016 Herzieningsuitspraken TRB-2016-3520 De melder stelt dat een bankmedewerker zijn klantbelang niet centraal heeft gesteld. De melding heeft betrekking op het uitoefenen van een pandrecht door de bank. De melding heeft daarmee betrekking op een civielrechtelijk geschil waarvoor de civiele rechter bevoegd is. Verder is niet aannemelijk geworden dat aan de bankmedewerker, voor zijn persoonlijke rol bij de behandeling van het dossier van melder, een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De Algemeen Directeur oordeelt dat de melding niet tot een gegronde klacht kan leiden en neemt de melding daarom niet in behandeling. De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter is het eens met de Algemeen Directeur dat de melding betrekking heeft op een tuchtrechtelijk geschil tussen de melder en de bank. De handelwijze van de bankmedewerker is niet strijdig met de bankierseed, maar juist dienstverlenend geweest. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur van 22 december 2015 3520 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissing van 29 januari 2016 3520 herzieningsbeslissing