Beroepsverboden voor bankmedewerkers Gepost op 7 juli 2021 te 15:29.Geschreven door olavwagenaar Twee bankmedewerkers hebben een voorwaardelijk beroepsverbod van twee weken gekregen. Zij voegden een pagina met de handtekening van een klant toe aan een formulier dat niet door hem was ondertekend. De klant zette zijn handtekening onder een overeenkomst voor vermogensbeheer om € 150.000 te beleggen. De beurzen stonden relatief hoog waardoor de klant wilde wachten met het aankopen van beleggingen. Toen hij later besloot te gaan beleggen, wilde hij beginnen met slechts de helft van het bedrag. De bankmedewerkers wilden dit aanpassen in het banksysteem maar omdat de klant in het buitenland verbleef kon hij zijn handtekening niet zetten. Zij voegden de bijlage bij de eerdere overeenkomst met de handtekening van de klant bij een nieuw formulier voor vermogensbeheer. De Tuchtcommissie oordeelt dat de bankmedewerkers de integriteitsregels van de bankierseed schonden, maar constateert ook dat zij probeerden de klant zo goed mogelijk te bedienen. Daarom wordt geen onvoorwaardelijk beroepsverbod opgelegd. Een voormalig bankmedewerker mag zes maanden niet in de bancaire sector werken omdat hij koperen kabels en geleiders stal van zijn werkgever. Nadat het Openbaar Ministerie de man een boete gaf van € 250, legt de Tuchtcommissie nu een beroepsverbod op omdat hij hiermee ook de bankierseed overtrad. De directe links naar de uitspraken: TRB-2021-4449-TC handtekening overhevelen uit dossier 1 TRB-2021-4450-TC handtekening overhevelen uit dossier 2 TRB-2021-4529-TC meenemen goederen uit magazijn Voor alle uitspraken klik hier
Banken moeten in tuchtprocedure alle informatie aanleveren Gepost op 1 juli 2021 te 12:33.Geschreven door olavwagenaar Een bank die een tuchtrechtelijke procedure start tegen een van de eigen medewerkers, mag geen informatie achterhouden voor de aanklager van Tuchtrecht Banken. Als de aanklager daarom verzoekt, moet de bank binnen de gestelde termijn en zonder terughoudendheid juiste en volledige informatie verstrekken. De bank mag bijvoorbeeld niet zelf besluiten om klantgegevens te anonimiseren. Dit blijkt uit een beslissing van de Tuchtcommissie Banken. De zaak gaat om een melding van een bank die een voormalig medewerker beticht van overtreding van de bankierseed. Hij zou ten onrechte zeventien keer hebben vastgelegd dat een klant niet meer door hem gebeld hoefde te worden, omdat de klant zelf al contact zou hebben opgenomen met de bank. De aanklager vroeg om de gegevens van klanten die hierbij betrokken waren, maar kreeg die informatie alleen in geanonimiseerde vorm. Toen de aanklager daarop de tuchtrechtelijke procedure stopzette, verzocht de bank de Tuchtcommissie de beslissing te herzien. De Tuchtcommissie vindt het belangrijk dat een bankmedewerker zich moet kunnen verdedigen als er een melding over hem is gedaan. Voor een behoorlijke procesgang is het nodig dat een bank de gevraagde informatie op tijd en niet-geanonimiseerd verstrekt aan de aanklager. Op deze informatieplicht zijn slechts enkele uitzonderingen mogelijk en de bank die daar een beroep op doet moet dit motiveren. Volgens de Tuchtcommissie verzetten de privacyregels zich niet tegen het verstrekken van persoonlijke klantgegevens. In dit geval komt de Tuchtcommissie niettemin tot een herziening van de beslissing van de aanklager. Die wekte in een e-mail de indruk dat de bank de klantgegevens alsnog mocht aanleveren. De Tuchtcommissie wil dat de bank deze kans alsnog krijgt. De aanklager moet vervolgens beoordelen of hij de klacht voorlegt aan de tuchtcommissie en een nieuwe beslissing nemen. Lees hier de beslissing van de Tuchtcommissie
Bank moet informatie verstrekken ten behoeve van tuchtrechtelijk onderzoek Gepost op 27 mei 2021 te 11:53.Geschreven door olavwagenaar Een bank kan niet zelf bepalen of de door de Algemeen Directeur van Tuchtrecht Banken opgevraagde informatie noodzakelijk is voor het onderzoek naar een mogelijke schending van de bankierseed. De Algemeen Directeur heeft in 2018 vele meldingen over vermoedelijke schendingen van de bankierseed ontvangen. Om het onderzoek te kunnen starten, vraagt de Algemeen Directeur informatie op bij de bank. Op grond van het Tuchtreglement Bancaire Sector is de bank in principe verplicht alle informatie te verstrekken Bank beroept zich op reglement De bank weigerde in twee grote onderzoeken de informatie te verstrekken. Als reden in één van de onderzoeken wordt opgegeven dat op basis van eigen onderzoek aan een behoorlijk aantal medewerkers een arbeidsrechtelijke maatregel is opgelegd. En dat is aangetoond dat er geen sprake is van “tuchtrechtelijk relevante gedragingen van bankmedewerkers”. De bank zal daarom zelf geen melding maken van een mogelijke schending van de bankierseed. Ook is de bank van oordeel dat van haar in redelijkheid niet kan worden gevergd dat zij bepaalde inlichtingen of informatie verstrekt. Zoals voorgeschreven in het Tuchtreglement hebben de bank en de Algemeen Directeur hierover overleg gevoerd. Bank geen uitvoerder van bancair tuchtrecht Vanaf eind juli 2018 tot eind mei 2019 is er veelvuldig overleg geweest, echter zonder resultaat. Het Tuchtreglement bepaalt dat de weigering stukken te overleggen wordt gemotiveerd. Naar de mening van de Algemeen Directeur heeft de bank haar weigering niet gemotiveerd. Door daarentegen het standpunt in te nemen dat aan de betrokken medewerkers geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt en dáárom bepaalde informatie niet hoeft te worden verstrekt, gaat de bank op de stoel van de Algemeen Directeur zitten. Met een dergelijke houding miskent de bank de systematiek en het belang van een onafhankelijk tuchtrecht. De Algemeen Directeur besluit daarop een tuchtrechtelijk onderzoek te starten tegen de drie overlegpartners bij de bank. Immers zij verwoordden het standpunt van de bank en zijn in hun bijdrage aan de besluitvorming mogelijk onvoldoende kritisch geweest. Dat kan een overtreding van de gedragscode met zich meebrengen. Zaak geseponeerd Kort nadat de betrokken bankmedewerkers wisten dat vanwege het weigeren een tuchtrechtelijk onderzoek was gestart, besloot de bank alsnog de informatie te verstrekken. In het kader van het onderzoek zijn de medewerkers over de weigering gehoord. Na de afronding van het onderzoek besluit de Algemeen Directeur in dit geval, alles overwegende, geen klacht in te dienen bij de Tuchtcommissie Banken en de zaak te seponeren. Tuchtrecht gebaat bij efficiënte werking en snelle doorlooptijden De hele discussie over het al dan niet afgeven van tuchtrechtelijke informatie heeft er toe geleid dat vele meldingen uit 2018 pas in het najaar van 2019 opgepakt konden worden. De houding van de bank heeft niet bijgedragen aan de efficiënte werking van het tuchtrecht. Resultaat is dat de meldingen uit 2018 nog steeds niet zijn afgehandeld. Bij de melders heeft dit tot vragen geleid. Daarnaast verkeren de bankmedewerkers waartegen de meldingen zijn gericht nog steeds in onzekerheid over de afloop van de procedure. Zelfregulering in bancaire sector Het tuchtrecht is bedoeld om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en te bewaken. Alle Nederlandse banken hebben zich verplicht medewerking te verlenen aan de uitvoering van het tuchtrecht. Bovendien blijkt die verplichting ook uit de toelichting op 3:17c Wet op het financieel toezicht. Dan kan het niet zo zijn dat banken zich onttrekken aan de werking van het tuchtrecht door te weigeren stukken te verstrekken of door zelfstandig te concluderen dat het tuchtrecht niet toepasselijk is. Dat zet de bijl aan de zelfregulering binnen de sector. Aanpassing Tuchtreglement Het bancair tuchtrecht gaat uit van zelfregulerend vermogen van de bankensector. Vanuit die gedachte schrijft het Tuchtreglement gezamenlijk overleg voor wanneer een bank gegronde redenen meent te hebben om informatie niet te verstrekken. De Algemeen Directeur stelt vast dat overleg niet het juiste instrument is om tot een gezamenlijke en werkbare oplossing te komen en dat daarmee het Tuchtreglement naar zijn mening in dit geval onvoldoende oplossing biedt. Dit is meegewogen bij deze specifieke sepotbeslissing. In het belang van een goed werkend tuchtrecht heeft de Algemeen Directeur het stichtingsbestuur van Tuchtrecht Banken intussen voorgesteld het Tuchtreglement op dit onderdeel aan te passen. De sepotbeslissingen vind je hier.
Wijziging organisatie stichtingen Tuchtrecht Banken en DSI Gepost op 21 mei 2021 te 10:00.Geschreven door olavwagenaar Sinds de oprichting van Tuchtrecht Banken in 2015 heeft Jerry Brouwer zowel de functie van directeur van stichting DSI als de functie van directeur van stichting Tuchtrecht Banken (TRB) uitgevoerd. Vanaf 1 juli 2021 gaat hij zich volledig richten op Tuchtrecht Banken in de functie van Algemeen Directeur. Het DSI Bestuur heeft Joost Melis aangesteld als interim directeur. Hij zal samen met het bestuur van DSI op zoek gaan naar een opvolger. Beide stichtingen hebben ambities. DSI wil zich verder ontwikkelen en vindt het belangrijk om voor de volgende fase van de stichting een directeur te hebben die zich kan focussen op de uitvoering van de DSI-strategie. Ook TRB heeft, gegeven de groei van de activiteiten, een versterking van de directeurspositie nodig. Vanuit deze ontwikkeling hebben beide besturen gekeken hoe deze behoeften en ambities vormgegeven kunnen worden. De unanieme conclusie van de besturen van de stichtingen is dat nu het moment is gekomen om de organisatie te wijzigen. Het bestuur van DSI dankt Jerry Brouwer voor zijn bijdrage in de afgelopen 10 jaar, en wenst hem veel succes met het vervolg van zijn carrière bij Tuchtrecht Banken.
Commissie van Beroep schrapt beroepsverbod Gepost op 12 mei 2021 te 14:47.Geschreven door olavwagenaar Een voormalig bankmedewerker krijgt toch geen tijdelijk verbod om in de bankensector te werken. Eerder legde de Tuchtcommissie een beroepsverbod op van negen maanden wegens overtreding van de Bankierseed. De Commissie van Beroep stelt vast dat inderdaad gedragsregels zijn geschonden, maar zij heeft geen tuchtrechtelijke sanctie opgelegd. De Tuchtcommissie was tot het beroepsverbod gekomen omdat de oud-medewerker onvoldoende professionele afstand had gehouden tot een ondernemer die hij nog kende van een vorige baan. Hij spande zich in om diens bedrijf tot leverancier van de bank te maken. Ook bij een geschil over facturen van dat bedrijf zette hij zich in voor de belangen van het bedrijf en heeft hij het belang van de bank onvoldoende voor ogen gehouden. De Commissie van Beroep oordeelt nu dat de ex-bankmedewerker niet een volle kans heeft gehad om zich te verdedigen tegen diverse verwijten die in de klacht zijn opgenomen. Hij had geen toegang meer tot zijn berichten per mail of app. Sommige bankmedewerkers die volgens hem betrokken waren geweest bij de contacten met het bedrijf zijn niet gehoord en van anderen zijn de verklaringen niet werkelijk onderzocht. Om de procedure niet nog langer te laten duren, ziet de commissie af van nader onderzoek. Voor een deel van de klacht krijgt de ex-medewerker daarom het voordeel van de twijfel. De Commissie van Beroep is het wel met de Tuchtcommissie eens dat de ex-medewerker gedragsregels heeft overtreden. Hij heeft op zijn minst de schijn gewekt dat hij de belangen van de bank heeft veronachtzaamd en hij heeft binnen de bank ten onrechte geen open kaart gespeeld over zijn contacten met het bedrijf. De Commissie van Beroep vindt de noodzaak van een maatregel echter twijfelachtig. Zo zijn er geen aanwijzingen dat hij zijn persoonlijk belang diende. Ook is het publieke vertrouwen in de bank of de bankensector niet rechtstreeks in het geding geweest; het ging in wezen om het belang van de bank, die zich wilde verweren tegen een volgens haar ongefundeerde claim van het bedrijf dat hier in het spel was. De Commissie van Beroep weegt verder mee dat de procedure lang heeft geduurd: de bank deed de melding in 2017, de Tuchtcommissie deed uitspraak in 2020. De uitspraak van de Commissie van Beroep vind je hier De uitspraak van de Tuchtcommissie vind je hier Persbericht Tuchtrechtbank 12 mei 2021/TRB-2020-3877-BC
Beroepsverboden voor twee bankmedewerkers Gepost op 11 maart 2021 te 09:55.Geschreven door olavwagenaar Een voormalig medewerker van een bank mag een jaar lang niet in de bancaire sector werken. De medewerker gebruikte geld van een klant om zijn eigen creditcardschuld af te lossen. Dat is in strijd met de Bankierseed. De medewerker maakte bijna 4000 euro van de klant over naar zijn eigen rekening omdat hij schulden had. Een deel betaalde hij vervolgens terug aan de klant met klantvergoedingen van de bank. Met een nieuwe creditcard maakte hij daarnaast 3000 euro over naar zijn eigen rekening om de klant terug te kunnen betalen. Toen de bank erachter kwam, werd hij op staande voet ontslagen. Een andere voormalige medewerkster krijgt een beroepsverbod van 8 maanden. Zij vroeg collega’s om de limiet van haar eigen creditcard te verhogen en om betalingsregelingen voor zichzelf te treffen. Uiteindelijk had zij een krediet van bijna 34.000 euro, dat zij privé gebruikte. Inmiddels is de schuld bij de bank afgelost. De Tuchtcommissie legt een berisping en een geldboete van 250 euro op aan een medewerker die rekeningen van familieleden gebruikte in zijn werk. Hij deed dat om te testen of de computersystemen na een herstart weer goed functioneerden. De Tuchtcommissie stelt vast dat dat de medewerker hiermee de Bankierseed overtrad, maar weegt mee dat de medewerker inmiddels spijt heeft betuigd. In een vierde zaak werd een klacht ongegrond verklaard. Een medewerker kwam een schikking overeen met de huurder van een failliet bedrijf. Volgens de aanklager van Tuchtrecht Banken had hij de curator van dat bedrijf vooraf moeten informeren over het voornemen van de schikking. De Tuchtcommissie oordeelt dat de medewerker mocht vertrouwen op experts en zijn leidinggevende, die akkoord gingen met een overeenkomst met een ontbindende voorwaarde. Daarom valt de medewerker tuchtrechtelijk niets te verwijten. De uitspraken zijn te zien op : Uitspraken Directe links naar de uitspraken: TRC-2021-4383 creditcard aangezuiverd met geld van klant TRC-2021-4437 limiet creditcard door collega bankmedewerkers laten verhogen TRC-2021-4470 raadplegen rekeningen bij uitvoering systeemtest TRC-2021-4472 schikking met derde buiten curator om
Beroepsverboden voor rekeninggluren Gepost op 17 februari 2021 te 12:23.Geschreven door olavwagenaar De Tuchtcommissie Banken heeft een bankmedewerkster een beroepsverbod opgelegd voor ‘rekeninggluren’. Zij bekeek gegevens van 749 klanten, zeventien van hen kregen later te maken met fraude of een poging daartoe. De medewerkster bekeek de vertrouwelijke gegevens zonder dat ze daarvoor een goede reden had. De Tuchtcommissie stelt vast dat dit gedrag niet integer is. Daarom mag de medewerkster zes maanden niet in de bancaire sector werken. Door de bank werd zij eerder op staande voet ontslagen. Ook een andere medewerkster kreeg een beroepsverbod voor het inzien en doorgeven van vertrouwelijke informatie. Zij bekeek de rekening van een klant op verzoek van een vriend, die informatie wilde over zijn vader, die zou zijn overleden. De Tuchtcommissie legt een beroepsverbod op van drie maanden. Een beroepsverbod van vier maanden is opgelegd aan een medewerkster die op staande voet werd ontslagen omdat zij een werkgeversverklaring had vervalst. Bij de aanvraag van een overbruggingshypotheek had zij een verklaring nodig van de bank waarvoor zij werkte. Die vermeldde dat er een ontslagprocedure liep, maar de medewerkster haalde deze informatie weg. Volgens de medewerkster was dit een privékwestie, volgens de Tuchtcommissie geldt ook hiervoor de Bankierseed. De volledige uitspraken zijn in te zien op: Uitspraken De directe links naar de uitspraken: TRC-2020-4284 rekeninggluren TRC-2020-4451 rekeninggluren en delen gegevens TRC-2020-4373 vervalsen werkgeversverklaring
Bankmedewerkers bekeken gegevens van verdachte tramaanslag Utrecht Gepost op 19 januari 2021 te 09:57.Geschreven door olavwagenaar Zeven bankmedewerkers hebben de Bankierseed overtreden door de adresgegevens te bekijken van de verdachte van de Utrechtse tramaanslag in 2019. Gelet op de bijzondere omstandigheden ziet de Tuchtcommissie Banken ervan af om aan hen een maatregel op te leggen. Op 18 maart 2019 kwamen bij een schietpartij op het 24 Oktoberplein in Utrecht vier mensen om het leven, twee personen raakten ernstig gewond. De politie publiceerde op die dag een opsporingsbericht met de naam en leeftijd van de man die werd verdacht van deze terreurdaad (en die daarvoor inmiddels is veroordeeld). De zeven bankmedewerkers gebruikten de informatie om in het banksysteem zijn adres en geboortedatum te raadplegen. De Tuchtcommissie stelt vast dat hiermee de gedragsregels van de Bankierseed zijn overtreden: bankmedewerkers mogen niet zomaar persoonlijke informatie van klanten raadplegen. Zij neemt in aanmerking dat de aanslag die dag leidde tot een ‘landelijk zeer gespannen situatie’ en dat de medewerkers alleen inzage kregen in de adresgegevens, niet in financiële transacties. De bankmedewerkers noemden verschillende redenen om de rekening te bekijken: de een deed dit uit nieuwsgierigheid, de ander dacht een bijdrage te kunnen leveren aan de opsporing van de dader. In zes van de zeven gevallen vroeg de aanklager om een berisping. De Tuchtcommissie laat het bij de vaststelling van de overtreding van de gedragsregels, gelet op de bijzondere situatie. Aan een van de medewerkers wordt wel een tuchtmaatregel opgelegd, namelijk een tijdelijk beroepsverbod. Zij mag 6 weken niet in de bancaire sector werken omdat zij veel vaker rekeninggegevens raadpleegde, van zichzelf maar ook van broers en zussen. Deze medewerkster is ontslagen door de bank waarvoor zij werkte. De Tuchtcommissie constateert dat een aantal overtredingen pas na bijna 10 maanden is gemeld bij Tuchtrecht Banken. Zij benadrukt dat meldingen zo spoedig mogelijk dienen plaats te vinden. ‘Voorkomen moet worden dat bankmedewerkers langer dan nodig in onzekerheid verkeren over het al dan niet starten van een tuchtrechtelijke procedure tegen hen. Bovendien doet groot tijdsverloop afbreuk aan de doeltreffendheid van het bancaire tuchtrecht.’ De volledige uitspraken zijn in te zien op: uitsprakenoverzicht De directe links naar de uitspraken: uitspraken tram 25 november 2020 uitspraken tram 16 december 2020
Tuchtmaatregelen wegens overtreding bankierseed Gepost op 6 januari 2021 te 10:49.Geschreven door reinierrombouts Een voormalig bankmedewerker mag anderhalf jaar niet in de bancaire sector werken. Hij keerde bijna 25 duizend euro aan onterechte klantvergoedingen uit aan zijn vriendin en andere bekenden. De bank ontsloeg hem op staande voet, de Tuchtcommissie Banken legt hem nu een beroepsverbod op wegens overtreding van de Bankierseed. Volgens de Tuchtcommissie misbruikte de man zijn bevoegdheden om anderen en zichzelf te verrijken. In het banksysteem vermeldde hij onjuiste omschrijvingen, om de werkelijke reden van de overboekingen te verdoezelen. De Tuchtcommissie verwijt hem dat hij geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. De Tuchtcommissie berispt ook een medewerker die zelf een fraudeonderzoek startte naar aanleiding van informatie die hij op een verjaardagsfeestje kreeg. Vervolgens deelde hij vertrouwelijke informatie met de tipgever. De medewerker heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels. De Tuchtcommissie ziet af van een beroepsverbod; de man zou vooral gedreven worden door een sterke wens om fraude op te sporen. Een berisping en een boete van 250 euro worden opgelegd aan een bankmedewerker die klantinformatie deelde met het bedrijf waar hij later mogelijk zou gaan werken. Dit bedrijf hield zich bezig met debiteurenbeheer. Met dat bedrijf bracht hij klanten in contact nadat zijn eigen werkgever had besloten om te stoppen met dienstverlening op het gebied van debiteurenbeheer. De Tuchtcommissie ziet hierin geen belangenverstrengeling, maar verwijt de medewerker wel dat hij vertrouwelijke informatie buiten de bank bracht. De Tuchtcommissie legt een beroepsverbod van een maand op aan een man die loog over het behalen van een verplichte opleiding. De bank ontsloeg hem op staande voet. Volgens de Tuchtcommissie moeten klanten erop kunnen vertrouwen dat bankmedewerkers gekwalificeerd zijn. De Tuchtcommissie ziet af van een maatregel tegen een voormalig medewerker die de banksystemen gebruikte voor de behandeling van een klacht van zijn eigen echtgenote. Hij zorgde ervoor dat zij een klantvergoeding van 7,50 euro ontving. De Tuchtcommissie ziet hierin “onhandig handelen” en ziet af van een berisping, gelet op persoonlijke omstandigheden. De volledige uitspraken zijn in te zien op https://tuchtrechtbanken-nl.ontw.stuurlui.dev/uitspraken. De directe links naar de uitspraken: Liegen-over-behaalde-diploma’s Fraudeonderzoek-starten-en-delen-vertrouwelijke-klantinformatie Beroepsverbod-voor-onterechte-klantvergoedingen Delen-vertrouwelijke-klantgegevens-met-een-derde Gebruik-banksysteem-voor-afhandeling-klacht-echtgenote
Beroepsverboden voor overtreding van bankierseed Gepost op 5 november 2020 te 09:09.Geschreven door reinierrombouts Twee voormalige bankmedewerkers mogen een jaar lang niet in de bancaire sector werken. Een van hen verzorgde trainingen in het kantoor en op kosten van de bank waarvoor hij werkte. Een ander raadpleegde rekeninggegevens en speelde die informatie door aan zijn broer en zijn vader. De medewerker die in het bankkantoor trainingen verzorgde, had deze nevenactiviteit ten onrechte niet geregistreerd. Wel bracht hij kosten in rekening bij de bank. Ook stal hij verschillende goederen, waaronder drie laptops. De Tuchtcommissie legt ook een beroepsverbod op voor “rekeninggluren”. Een medewerker bekeek de gegevens van bedrijven, van een concurrent van zijn broer en van een huurder van zijn vader. Vervolgens gebruikte hij de vertrouwelijke informatie om zijn familieleden te adviseren. Een beroepsverbod van 9 maanden is opgelegd aan een oud-medewerker die onvoldoende professionele afstand hield tot een ondernemer, die hij nog kende van een vorige baan. Hij spande zich in om het bedrijf tot leverancier van de bank te maken. Ook bij een geschil over facturen zette hij zich in voor de belangen van het bedrijf. Een andere voormalige bankmedewerker mag 4 maanden niet in de bancaire sector werken. Hij paste eigenhandig een bankafschrift aan, toen hij voor zichzelf een kredietaanvraag indiende. Een laatste medewerker komt er met een berisping vanaf. Hij zorgde ervoor dat een bouwdepot van 0,5 miljoen euro werd uitgekeerd aan klanten, zodat zij daarmee een schuld bij de Belastingdienst konden afbetalen. Volgens de Tuchtcommissie had de medewerker geen verkeerde bedoelingen, maar maakte hij wel een onzorgvuldige belangenafweging. De volledige uitspraken zijn in te zien op https://tuchtrechtbanken-nl.ontw.stuurlui.dev/uitspraken.